Interview Raadsleden “Als de doelgroep bepaalt waar het geld naartoe gaat”

Fonds Burgerbewegingen werkt met participatory grantmaking. Woonactivist Mustapha Eaisaouiyen en boer Klarien Klingen mochten als lid van de negenkoppige Raad voor Burgerbewegingen de knopen doorhakken. ‘We dachten: wie zijn wij om jullie te beoordelen?’

Tekst: Lisa Peters

Modderhanden vullen het beeld. ‘Ik heb nog geen tijd gehad ze te wassen’, verontschuldigt Klarien Klingen (42) zich. Ze is boer en komt net van haar tuinderij in Ede. In de winter probeert ze ‘de wereld te redden’, in de zomer probeert ze haar groente in leven te houden – ‘dat tweede lukt me elk jaar weer’. Klingen kijkt naar Mustapha Eaisaouiyen (49), die in het rommelhok van een creatieve werkplaats in Rotterdam zit. Achter hem een kastenwand bomvol bouwhelmen. Eaisaouiyen werd vier jaar geleden woonactivist, toen zijn woonwijk de Tweebosbuurt werd gesloopt. Voor de 524 sociale huurwoningen die platgegooid werden, komen er slechts enkele tientallen seniorenwoningen terug. De rest van de huizen wordt via de vrije sector verhuurd of te koop gezet – onbereikbaar voor veel van de oorspronkelijke bewoners.



Klingen en Eaisaouiyen zijn doorgewinterde bewegingsopbouwers én lid van de Raad voor Burgerbewegingen, die namens het Fonds Burgerbewegingen de eerste knopen doorhakt over welke bewegingen financiële steun krijgen. Dat besluit wordt ter akkoord voorgelegd aan de directeur-bestuurder van SDM. Het doorhakken van die knopen is best ongemakkelijk. Klingen: ‘Op een gegeven moment zaten we met z’n negenen te steggelen over de laatste 2.500 euro. Dat voelde ongepast.’‘We dachten dan: wie zijn wij eigenlijk om jullie te beoordelen?’, valt Eaisaouiyen bij. ‘We hebben daarna uitvoerig stilgestaan bij de machtsverhoudingen tussen de raad en aanvragers. Een van de oplossingen zou zijn om de geselecteerde groepen zélf te laten bepalen hoeveel geld er precies naar elke groep gaat. Maar hier zijn we nog niet uit.’

Fonds Burgerbewegingen werkt met het principe van participatory grantmaking. Dat kan je op vele manieren invullen. Wat verstaan jullie eronder?
Klingen: ‘Normaliter bepalen werknemers van fondsen en goede doelen waar het geld heen gaat. Nu is er een raad ingesteld met negen mensen uit het veld die aan het roer staan. Een random persoon voelt de consequenties niet van het uitdelen van 100.000 euro; wij wéten wat ervan af kan hangen.’

“Wij wéten wat er van financiering af kan hangen.”

Merken jullie, als doorgewinterde bewegingsopbouwers, dat Fonds Burgerbewegingen anders werkt dan andere fondsen?
‘We hebben de manier van werken zelf mogen inrichten’, zegt Eaisaouiyen met trots in zijn stem. ‘Stichting Democratie en Media heeft onze inbreng heel serieus genomen. Ik heb als woonactivist weleens geld aangevraagd bij een fonds. Dat ging altijd om kleine bedragen waarmee één actie gefinancierd kon worden. Wij hebben de invoering van kernfinanciering voorgesteld: een groter bedrag waarmee duurzame, structurele verandering kan worden ingezet. Dat is er gekomen.’

Klingen: ‘Als wij met onze organisatie in de landbouwsector geld aanvragen, gaat dat via een volledig voorgekauwd format. Je schrijft dan je plannen volledig toe naar de financier. Behalve dat je daarmee originele ideeën kapotmaakt, werkt zo’n proces ongelijkheid in de hand: de meeste mensen die bezig zijn met planten of koeien verzorgen, hebben echt geen tijd en denkruimte voor zo’n intensieve aanvraag.’ Fonds Burgerbewegingen werkt daarom met meerdere rondes: eerst een kort aanvraagformulier, dan een optionele workshop strategieontwikkeling en daarna pas een uitgebreider kennismakingsgesprek.

Ook bijzonder, volgens Eaisaouiyen: ‘We werken trust based. We vertrouwen de bewegingen. Ze hoeven niet achteraf bonnetjes, facturen en ander bewijs te overleggen.’

Jullie kregen ontzettend veel aanmeldingen de eerste ronde, namelijk 135. Was het lastig om knopen door te hakken?
‘De eerste selectie naar een stuk of zestig ging vrij gemakkelijk. Het was grappig om te zien dat iedereen daarin z’n eigen stijl had’, zegt Klingen enthousiast. ‘Ik ben heel intuïtief en volgde steeds mijn gevoel, maar andere raadsleden hadden soms ijzersterke argumenten of ervaringen, waardoor mijn ideeën kantelden. Er was grote bereidheid om naar elkaar te luisteren en uiteindelijk bereikten we altijd consensus.’

Eaisaouiyen: ‘Al snel wisten we welke groepen we sowieso wilden steunen. Daarna keken we naar diversiteit tussen bewegingen en naar regionale spreiding. Iedereen had een veto. Bij sterke bezwaren tegen een initiatief kon die rode kaart ingezet worden. Niemand van de Raad heeft er gebruik van gemaakt.’

Fonds Burgerbewegingen is een experiment en zit nog in de pilotfase. Wanneer is het voor jullie geslaagd?
‘Het is nu al geslaagd. Het kan alleen maar beter worden en ik hoop dat andere fondsen onze lessen en inzichten gaan overnemen. Ik voel veel bewondering voor de mensen die Fonds Burgerbewegingen bedacht hebben. Het is zo tof. Wat bijvoorbeeld bleek uit de kennismakingsgesprekken, is dat het absoluut niet allemaal om geld gaat. Van onschatbare waarde bleek het delen van ons netwerk, workshops aanbieden, kennis en ervaring uitwisselen’, zegt Eaisaouiyen.

Klingen: ‘Tijdens interviews met de aanvragers kwamen soms dilemma’s omhoog waarvoor wij als raadsleden een oplossing wisten, puur omdat we zelf ook in bewegingen actief zijn.’

Eaisaouiyen: ‘Ik hoop dat ze in de toekomst net zoveel gaan hebben aan de ontmoeting met elkáár. Die kruisbestuivingen moeten we ook koesteren.’